Liechtenstein: waar ligt het?
Het vorstendom Liechtenstein is een van Europa's vijf miniatuurstaten en de op vijf na kleinste zelfstandige staat ter wereld. Het land is gelegen op de linkeroever van de Rijn, ingeklemd tussen Zwitserland en Oostenrijk.
Een soevereine staat
Liechtenstein is een constitutionele erfelijke monarchie en de macht wordt gedeeld door vorst en volk. Staatshoofd is sinds 1989 vorst Hans-Adam II van Liechtenstein. In 2004 droeg de vorst de uitoefening van zijn rechten en plichten over aan zijn zoon, kroonprins Alois, die de titel "vorst" pas na de dood van zijn vader zal erven. De Liechtensteinse regering telt 5 ministers, het parlement, de Landtag, 25 leden.
Het vorstendom heeft een oppervlakte van 160 km2, ongeveer gelijk aan de oppervlakte van het eiland Texel. Van noord naar zuid is het land bijna 25 km lang en van oost naar west 12 km op zijn breedst. Het hoogste punt is de Grauspitze, 2599 meter.
Van de bijna 40.000 inwoners is ongeveer een derde buitenlander. De bevolking spreekt een Duits-Alemaans dialect. De officiële taal is het Hoogduits dat op alle scholen wordt onderwezen en door de overheid wordt gebruikt. Van oudsher is de Rooms-Katholieke Kerk staatskerk en ongeveer 3/4 van de bevolking beschouwt zichzelf als katholiek. Er bestaat algehele godsdienstvrijheid. Sinds 1997 vormt Liechtenstein een zelfstandig aartsbisdom.
Geschiedenis
Met de aankoop van de heerlijkheid Schellenberg (1699) en het graafschap Vaduz (1712) kwam het grondgebied van Liechtenstein in handen van het adellijke geslacht Von und zu Liechtenstein. De schatrijke bankier, vorst Johann Adam de Rijke, kocht de landgoederen voor een destijds ongekend hoog bedrag. Als dank voor bewezen diensten verenigde keizer Karel VI de aankopen Schellenberg en Vaduz in 1719 tot een ondeelbaar vorstendom met de naam van het heersersgeslacht, Liechtenstein.
Na opheffing van het Heilige Roomse Rijk in 1806 door Napoleon werd Liechtenstein soeverein. In 1815 werd de Rijnbond afgelost door de Duitse Bond en het vorstendom werd automatisch lid. Na de opheffing van de Duitse Bond in 1866 bleef Liechtenstein een soevereine staat. Door zijn ligging tussen Zwitserland en Oostenrijk, werd Liechtenstein geen deel van het nieuw gestichte Duitse Rijk en bleef zelfstandig. Tot de Eerste Wereldoorlog was het vorstendom economisch nauw met de grote buur Oostenrijk verbonden.
Na het verdwijnen van de Oostenrijkse keizermonarchie en het uiteenvallen van Oostenrijk-Hongarije richtte het land zich op de andere buur, Zwitserland. In 1921 adopteerde het de Zwitserse frank als officiële munteenheid en in 1923 werd een tol- en douane-unie met de Zwitserse Eedgenootschap afgesloten, een unie die tot op de dag van vandaag bestaat. In 1921 kwam tevens een nieuwe moderne grondwet tot stand, die nog steeds de basis van het huidige staatsbestel vormt.
In de jaren '80 en '90 wijzigde de internationale oriëntatie zich en werd Liechtenstein lid van de Raad van Europa (1978), de Verenigde Naties (1990) en tal van de dochterorganisaties. In 1991 werd het land lid van de Europese Vrijhandels-associatie en in 1995 trad het toe tot de Europese Economische Ruimte, waardoor de economische integratie in Europa begon. Echter lid worden van de Europese Unie staat op dit moment niet ter discussie. Wel is Liechtenstein sinds 2008 lid van het Schengenverdrag dat de grensoverschrijdingen tussen de lidstaten vergemakkelijkt.
Cultuur
Liechtenstein heeft een uitstekend onderwijssysteem. Culturele activiteiten zoals muziek, toneel, cabaret en beeldende kunst worden door de staat ruimhartig ondersteund. Het land telt een aantal musea, waarvan het Landesmuseum en het Kunstmuseum in Vaduz de belangrijkste zijn. In het vorstendom verschijnen twee dagbladen en verschillende week- en maandbladen. Radio Liechtenstein en een eigen televisiekanaal zijn belangrijk voor de nieuwsvoorziening.
Liechtensteiners zijn fanatieke sporters. Op vrijwel alle terreinen bestaan verenigingen. Uiteraard is voetbal een van de meest bedreven sporten. In de winter staat de wintersport met zijn verschillende sporten op het programma. In 1980 behaalde Hanni Wenzel Liechtensteins eerste en tot nu enige gouden Olympische medailles in de categorie slalom.
Elf gemeenten
Liechtenstein telt elf gemeenten, waarvan er zes in het Oberland (het voormalige graafschap Vaduz) en vijf in het Unterland (de voormalige heerlijkheid Schellenberg) liggen.
Vaduz, hoofdstad en residentie van de regerende vorst die in een imposant slot woont . Tevens zetel van het parlement en de regering. Het bedrijvige stadje is het hart van het Liechtensteinse toerisme en telt een groot aantal banken en andere dienstverlenende bedrijven. De Liechtensteinse natuur is nooit ver weg. Alle dorpen worden door veel groen omzoomd en het Liechtensteinse Alpengebied is beschermd natuurgebied, waar alpenplanten en dieren ongestoord kunnen gedijen.
Postgeschiedenis
Van oudsher loopt een verbindingsroute tussen Zuid- en Noord-Europa over het grondgebied van het huidige Liechtenstein. Bodes uit Lindau reden wekelijks tussen Lindau en Milaan op en neer en vervoerden behalve passagiers ook pakketten en brieven. Na de stichting van een nationale postdienst in Oostenrijk werd in 1817 in Balzers een eerste Oostenrijks postinzamelkantoor op Liechtensteins grondgebied geopend. Na een onderbreking van 8 jaar opende de Oostenrijkse posterijen in 1827 opnieuw een postkantoor in Balzers, de zuidelijkste gemeente van het land. In 1845 kwam er een tweede kantoor bij, in de hoofdstad Vaduz.
Op 1 juni 1850 kwamen in Oostenrijk de eerste postzegels aan de loketten. In Liechtenstein gebeurde dat pas op 5 juni 1852 nadat het vorstendom een verdrag met Oostenrijk had gesloten. Nieuwe kantoren werden in andere gemeenten van het land geopend: in 1864 in Nendeln (in 1912 overgeplaatst naar Eschen), in Schaan (1872) en Triesen (1890). Oostenrijkse postzegels die in Liechtenstein werden gebruikt, kunnen alleen aan het poststempel worden herkend.
De eerste drie eigen zegels verschenen op 29 januari 1912 met de beeltenis van de toenmalige vorst Johannes II en het inschrift "K.K. OESTERR. POST IM FÜRSTENTUM LIECHTENSTEIN". De Oostenrijkse zegels bleven ook na deze datum geldig. Oostenrijkse postzegels gebruikt in de periode 1850-1912 noemt men voorlopers, van 1912-1918 meelopers.
In 1920 kende het vorstendom korte tijd een zelfstandig postbedrijf, de Fürstlich liechtensteinische Post, maar al spoedig realiseerde men zich dat het in stand houden van een dergelijke dienst erg kostbaar was. Daarom sloot het land op 10 november 1920 een Postverdrag af met Zwitserland dat op 1 februari 1921 van kracht werd. Liechtenstein zou ook voortaan eigen postzegels uitgeven, maar in geval van tekorten konden ook Zwitserse zegels worden ingevoerd, wat nooit is gebeurd. Door het ontbreken van eigen luchtpostzegels konden van 16 mei 1926 tot 12 augustus 1930 Zwitserse luchtpostzegels worden gebruikt.
Omdat Europa aandrong op liberalisering van het postwezen richtte de staat in 1999 een eigen postdienst op, de Liechtensteinische Post AG, die daarmee onafhankelijk van de Zwitserse PTT werd. Alle aandelen zijn in handen van de Staat Liechtenstein. De samenwerking tussen Liechtenstein en Zwitserland werd in 1999 nieuw geregeld. Op 1 januari 2000 ging het nieuwe postbedrijf van start. Thans telt het land 10 postkantoren en zijn er ruim 250 werknemers bij de Post in dienst. In 2006 heeft de Post de verkoop aan verzamelaars van de staat overgenomen. De filatelistische dienst heet thans Philatelie Liechtenstein (www.philatelie.li).